Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook [22]schudde ik mijn [23]boezem uit, en zeide: Alzo schudde God uit allen man, die dit woord niet zal bevestigen, uit zijn huis en uit zijn [24]arbeid, en hij zij alzo uitgeschud en ledig. En de ganse gemeente zeide: [25]Amen! En zij prezen den HEERE. En het volk deed naar dit woord. 22. Eene ceremonie bj den eed en vervloeking te dien tijde gebruikt. 23. Anders, mijn arm; dat is, mijn mouw; of, ik schudde mijn mantel uit, mijn arm meteen uitstrekkende. 24. Dat is, uit zijn goed en have, die hij met zijn arbeid mag hebben verkregen. 25. Zie Num.5:22.